Messerschmitt Bf 110D
De Messerschmitt Bf 110 (later Me 110) was een tweemotorige lichte jachtbommenwerper in dienst van de Luftwaffe tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De Bf 110 werd met succes ingezet tijdens de campagnes tegen Polen en Frankrijk. Tijdens de slag om Engeland bleek de fatale zwakte tegenover aanvallen van eenmotorige jagers en kon het zijn rol (het beschermen van bommenwerpers over langere afstand) niet vervullen. Het toestel was niet wendbaar genoeg ten opzichte van de Britse Spitfire en Hurricane.
Het toestel werd toen ingezet als nachtjager. In die rol had het succes omwille van zijn grote actieradius, vuurkracht en de ruimte die het kon bieden aan een radarinstallatie. Beruchte azen uit de Duitse Nachtjagd waren onder andere Heinz Wolfgang Schnaufer, Helmut Lent, Egmont Prinz zur Lippe Weissenfeld en Heinrich Prinz zu Sayn-Wittgenstein. Alle vier waren tijdelijk gelegerd in Nederland op Fliegerhorst Leeuwarden. Schnaufer presteerde het om op één dag negen bommenwerpers neer te halen, waarvan hij er 's nachts zeven neerschoot.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren veertig stuks Bf 110 in Nederland gestationeerd op de Fliegerhorst Deelen in het 3e Zerstörergeschwader. Daarnaast hebben er in de herfst van 1940 enkele Bf 110's op Feldflugplatz Hoogerheide gestaan.
De Bf 110D-1 / R-1 was de eerste poging tot het maken van een lange-afstands verzending patrouillevliegtuigen, en zijn belangrijkste kenmerk was de toevoeging van een enorme 1.200 liter externe buik tank.
Drie uitvoeringen mogelijk;
- Messerschmitt Bf 110D-1/R-1 'Dackelbauch' - Luftwaffe 1940.
- Messerschmitt Bf 110D-3 - Luftwaffe, 9/ZG26.
- Messerschmitt Bf 110D-3 - Luftwaffe, 3/ZG26.