Panther Ausf.D V2
De Panzerkampfwagen V, vanaf 27 februari 1944 alleen Panther genoemd, Sd.Kfz. 171, is een middelzware tank die door nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog op verschillende fronten werd ingezet. Hij wordt beschouwd als een van de betere tanks die Duitsland tijdens de oorlogsjaren bouwde. Er werden een kleine 6000 stuks van geproduceerd, waarvan de meeste tegen de Sovjet-Unie werden ingezet.
Toen de Panther tank aan Adolf Hitler gepresenteerd werd, was hij er ondanks de in feite grote technische onrijpheid zo van onder de indruk geweest dat hij het bevel gaf dat ze meteen zonder verdere test in productie genomen moesten worden. Hij stelde zelfs in 1943 het in het oosten in voorbereiding zijnde grote zomeroffensief (Operatie Zitadelle, beter bekend als de Slag om Koersk) uit, opdat er een aantal van de nieuwe Panther en Ferdinands aan mee konden doen. De constructeurs waarschuwden hem dat de tank nog grote technische mankementen had die opgelost moesten worden, maar dat legde Hitler naast zich neer. De 200 Panthers, ingedeeld bij het aparte Pantherregiment von Lauchert, kwamen vlak voor het begin van het offensief aan, vaak met rokende transmissies, of een gebroken ophanging. Van de Panthertanks die deelnamen aan de slag om Koersk waren op de derde dag nog maar veertig inzetbaar. De meeste vielen uit door de hierboven genoemde problemen, maar ook kwam een eenheid Panthertanks meteen na de start van het offensief in een niet ontdekt Sovjetmijnenveld terecht. Ondanks het slechte begin hadden de Duitsers wel door dat ze iets goeds in handen hadden, en de constructeurs begonnen al gauw de technische gebreken van de tank op te lossen. De inzetbaarheid bleef echter lager dan bij de Tiger. Over het hele oostfront gemeten was in 1944 tussen de dertig en zestig procent van de voertuigen defect.
Vanaf de zomer van 1943 werd heel geleidelijk bij alle pantserdivisies een van de twee tankbataljons opnieuw uitgerust met 68 Panther in plaats van 88 PzKpfw IV. Dit was een zeer langzaam proces omdat het hiervoor nodig was dat het hele bataljon, dat de helft van de gevechtskracht van de pantserdivisie uitmaakte, ter omscholing voor twee maanden naar Duitsland werd teruggetrokken. Vaak stond de strategische situatie het niet toe deze cruciale eenheden zo te verzwakken. Hierom werden vooral eenheden die toch al bijna waren vernietigd of de divisies in Frankrijk voor de Invasie in Normandië vernieuwd.
Tot juli 1944 waren de verliezen lager dan de productie en het bestand was op dat moment uitgegroeid tot 2249. Die maand stegen de verliezen tot 373 en er was een eerste daling tot 2211. Op 1 augustus was het aantal beschikbare Panther echter alweer gegroeid naar een piek van 2304 voertuigen. In september piekte het aantal verliezen met 692 en op 1 november bereikte het aantal Panther een dieptepunt met 1898. Door gevechtspauzes aan de fronten steeg het aantal echter weer om 2133 te bereiken op 1 februari 1945, de laatste maand waarover gegevens beschikbaar zijn. De inzetbaarheid van deze voertuigen was toen echter al drastisch afgenomen, door gebrekkig onderhoud en brandstoftekorten.
Vlak na de oorlog werd nog een aantal zwaardere Duitse tanks, zoals de Panther- en Tigertanks, ingezet in het Franse leger. Zeventien Panther deden tot in 1951 dienst bij het 4e eskadron van het 503e Régiment de Chars de Combat. Toen de reserveonderdelen op waren, werd een klein aantal aan musea verkocht; de rest diende als schietdoel. De Panther werd na de oorlog nog eens uitgebreid door de geallieerden bestudeerd; deze analyses hebben een zekere invloed uitgeoefend op de verdere tankontwikkeling.
Vier uitvoeringen mogelijk;
-
Panther Ausf.D V2 - Unidentified Unit, 1943.
-
Panther Ausf.D V2 - Unidentified Unit, 1942.
-
Panther Ausf.D V2 - Unidentified Unit, 1942.
-
Panther Ausf.D V2 - Unidentified Unit, 1943.
Aantal onderdelen; 200+
Schaal 1:35
Dragon 6822