British Battlecruiser Hood
Water Line Series
Hoewel het ontwerp drastisch werd herzien na de Zeeslag bij Jutland, was het duidelijk dat ook het aangepaste ontwerp grote beperkingen kende. Dit gegeven - en het feit dat de in aanbouw zijnde Duitse slagkruisers waarschijnlijk niet afgebouwd zouden worden - gaf de doorslag in het besluit de bouw van de zusterschepen stop te zetten. Hierdoor was de Hood de laatste Britse slagkruiser die voltooid werd tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De Hood maakte vanaf juli 1936 deel uit van de Mediterranean Fleet. Vanaf juni 1939 behoorde de Hood tot de slagvloot van de Home Fleet in Scapa Flow. Toen later dat jaar de oorlog uitbrak patrouilleerde het vooral in de omgeving van IJsland en de Faeröer om konvooien te beschermen en Duitse hulpkruisers te onderscheppen die wilden doorbreken naar de Atlantische Oceaan. In september 1939 werd de Hood geraakt door een vliegtuigbom van 250 kg die echter weinig averij veroorzaakte. Als vlaggenschip van Force H nam het in juli 1940 deel aan Operation Catapult, waarbij de Franse vloot werd uitgeschakeld. In augustus werd de Hood weer ingedeeld bij de slagvloot en hervatte hij de patrouilles tegen de Duitse hulpkruisers. Van 13 januari tot 18 maart 1941 vond een modernisering plaats in Rosyth. Zelfs daarna verkeerde het schip in slechte staat. De dreiging van de grote Duitse oorlogsschepen was dusdanig ernstig dat een langer werfonderhoud was uitgesloten en bovendien de slagschepen van de King George V-klasse nog niet allemaal operationeel waren.
Toen de Bismarck in mei van dat jaar uitvoer, vertrok de Hood onder commando van admiraal Holland. Samen met de nieuwe Prince of Wales, moest het schip voorkomen dat de Duitse schepen konden uitbreken naar de Atlantische Oceaan en Geallieerde konvooien konden aanvallen. Op 24 mei onderschepten Hollands schepen de Bismarck en de zware kruiser Prinz Eugen, in de Straat Denemarken.
De Slag in de Straat van Denemarken op 24 mei 1941 zou voor de Hood fataal aflopen. De Hood viel eerst de Prinz Eugen aan in plaats van de Bismarck. Toen de Duitse schepen de positie van de Hood ontdekten, werd het schip getroffen door een 8 inch (204 mm) granaat van de Prinz Eugen die op het sloependek explodeerde. Dit had tot gevolg dat de 4 inch (102 mm) ammunitie en de ongeleide UP-raketten vlam vatten. Dit veroorzaakte een brand die de slagkruiser fataal zou worden. Kort daarna verlegde de Prinz Eugen het vuur naar de Prince of Wales. Dit geschiedde op bevel van een semafoorbericht van de Bismarck.[3] Om ongeveer 6.00 uur, juist toen de Hood aan het draaien was om al zijn kanonnen in stelling te brengen, ontstond er nabij de hoofdmast een enorme steekvlam, die direct werd gevolgd door een enorme explosie en het schip in tweeën brak. Het achterschip zonk snel, en het voorschip zonk rechtstandig. Van de 1418 bemanningsleden overleefden er slechts drie, die twee uur later werden gered door de torpedobootjager HMS Electra.
Uitvoering;
Schaal 1:700
Released by Tamiya in 1976.
Tamiya WL.B127